Je bent je ingevulde velden bij deze pagina aan het verwijderen. Ben je zeker dat je dit wilt doen?
You are erasing your filled-in fields on this page. Are you sure that is what you want?
Nieuwe Versie BeschikbaarNew Version Available
Er is een update van deze pagina. Als je update naar de meest recente versie, verlies je mogelijk je huidige antwoorden voor deze pagina. Hoe wil je verdergaan ?
There is an updated version of this page. If you update to the most recent version, then your current progress on this page will be erased. Regardless, your record of completion will remain. How would you like to proceed?
Deze open-source cursus is in ontwikkeling. De aanbevelingen van leerlingen om
dit materiaal te verbeteren zijn erg welkom via info@wiskunde.opmaat.org Dit kan gaan over:
Een voorbeeld dat onduidelijk is.
Onnauwkeurigheden, schrijffouten, ...
Een tussenstap die beter uitgelegd moet worden.
Een uitleg die je op youtube, wikipedia of aan de kersttafel gevonden hebt
die ophelderend was.
...
Kan de snelheid van een voorwerp gelijk zijn aan nul, terwijl de versnelling
verschillend is van nul? Motiveer je antwoord.
Kan een voorwerp dat een positieve versnelling heeft een negatieve snelheid
hebben? Kan het omgekeerde ook? Licht je antwoord toe.
Ja, dat kan. Neem bijvoorbeeld een voorwerp dat je verticaal omhoog gooit. Als je
de referentieas waarmee je de beweging wil beschrijven verticaal naar beneden kiest,
zal de versnelling van de beweging positief zijn en de snelheid negatief. De snelheid is
negatief omdat je tegengesteld aan de as beweegt en de versnelling is positief omdat
de snelheid minder negatief wordt.
Het omgekeerde kan ook, draai gewoon de referentieas om.
Een puntmassa beweegt volgens de plaatsfunctie
\[ x(t)=t^3-3t^2-10t \]
Bereken haar snelheidscomponent
telkens als ze het vertrekpunt passeert. Hoe groot is dan de versnellingscomponent?
\(x=t(t-5)(t+2)\)
Een veerman tracht een stromende rivier loodrecht over te roeien. Hij slaagt erin
ten opzicht van het water een snelheid van \(2\mathord {,}00\) \(\mathrm {m}/\mathrm {s}\) te ontwikkelen – de stroomsnelheid is \(1\mathord {,}25\) \(\mathrm {m}/\mathrm {s}\).
De rivier is \(150\) \(\mathrm {m}\) breed.
Onder welke hoek ten opzichte van de loodlijn op de oever moet hij steeds blijven
roeien?
Er is gegeven dat
\(v_1=\SI {2}{\meter \per \second }\)
\(v_2=\SI {1,25}{\meter \per \second }\)
\(d=\SI {150}{\meter }\)
We berekenen de hoek \(\alpha \).
De component, tegengesteld aan de zin waarin het water stroomt, van de snelheid
waarmee de veerman roeit ten opzichte van het water, moet even groot zijn als de
stroomsnelheid zodat de veerman in de richting van de rivier resulterend geen
snelheid zal hebben.
Dan is de versnelling steeds evenwijdig aan de \(x\)-as.Dan is de versnelling steeds
evenwijdig aan de \(y\)-as.Dan maakt de versnelling steeds een hoek van \(45^\circ \) met de \(x\)-as.Dan wordt het deeltje niet versneld
De positie van een deeltje als functie van de tijd wordt beschreven door
\[ \vec {r}=bt\vec {e}_x+(c-dt^2)\vec {e}_y \]
met \(b=\SI {2,00}{\meter \per \second }\), \(c=\SI {5,00}{\meter }\) en
\(d=\SI {1,00}{\meter \per \second \squared }\).
Druk \(y\) uit in functie van \(x\). Hoe ziet de baan eruit?
We moeten dus de baanvergelijking geven. Dit doen we door de tijd uit te
drukken i.f.v. de positie \(x\) en dit te substitueren in de coördinaatvergelijking \(y(t)\).
Op welk tijdstip (\(t>0\)) staat de snelheid loodrecht op de plaatsvector?
De rechte die de richting van de snelheid weergeeft, staat loodrecht op de rechte
die de richting van de positievector weergeeft wanneer het product van de
richtingscoëfficiënten gelijk is aan \(-1\):
Een voorwerp maakt een beweging met volgende plaatscoördinaten:
\[ x=8t^{3},\qquad y=t^{6}-2, \]
met \(x,y\) in \(\mathrm {m}\) en \(t\) in
\(\mathrm {s}\).
Bepaal de verplaatsing tussen \(t=\SI {0}{\second }\) en \(t=\SI {1}{\second }\).
Bepaal de snelheidsvector en de versnellingsvector op tijdstip \(t=\SI {1}{\second }\).
Is er op \(t=\SI {1}{\second }\) een tangentiële versnelling, een normale versnelling, of beide?
Bepaal de baanvergelijking van de baan van het voorwerp.
Vergelijk de begrippen verplaatsing en afgelegde weg met elkaar. Geef dus enkele
gelijkenissen en enkele verschillen.
De twee begrippen hebben gemeen dat ze beide
(a)
een fysische grootheid zijn;
(b)
een verandering in de positie beschrijven;
(c)
als eenheid de meter hebben;
(d)
een gelijke numerieke waarde voor de grootte hebben als de beweging in
één dimensie volgens eenzelfde zin plaatsvindt.
Een verschil tussen de begrippen is
(a)
dat de verplaatsing een vectorieële grootheid is, daar waar de afgelegde
weg een scalaire grootheid is.
(b)
dat de verplaatsing gedefinieerd is als het verschil tussen de eind- en de
beginpositie (\(\vec {\Delta r}=\vec {r}_2-\vec {r}_1\)) en de netto verandering in de ruimte weergeeft terwijl de
afgelegde weg de totaal aantal afgelegde meters gemeten langs de baan
weergeeft. Het is de lengte van de route.
(c)
dat de numerieke waarde van de grootte kan verschillen, ook als de
beweging in één dimensie plaatsvindt.
De plaatsvector van een deeltje wordt (voor \(t\geq 0\)) gegeven door
Raakt de versnellingsvector aan de baan? Licht toe.
Nee, de versnellingsvector is niet rakend aan de baan. Hij is altijd verticaal
geöriënteerd terwijl de afgeleide van de baanvergelijking (\(y'=2(x+1)\)) overal bestaat en
dus nergens een verticale helling heeft.
De coördinaten van een puntmassa veranderen als volgt: