Deze pagina geeft een overzicht van de rekenregels voor machten. De focus ligt op rekenvaardigheid. Voor meer nauwkeurige en theoretische bespreking verwijzen we door naar een handboek.

Welke formules zijn waar?
Juist Fout \(\left (-2\right )^2 = -4\)
Juist Fout \(-2^2 = -4\)
Juist Fout \(2^{-2} = -4\)
Juist Fout \(\left (\frac {1}{2}\right )^2 = \frac {1}{4}\)
Juist Fout \(\left (\frac {1}{2}\right )^{-2} = 4\)
Juist Fout \(\left (\frac {-1}{2}\right )^{-2} = -4\)
Welke formules zijn waar?
Juist Fout \(\sqrt {4} = 2\)
Juist Fout \(-\sqrt {4} = -2\)
Juist Fout \(\sqrt {-4} = -2\)
Juist Fout \(\sqrt [3]{-8} = -2\)
Juist Fout \(\sqrt [3]{9} = 3\)
Juist Fout \(\sqrt [3]{27} = 3\)

Uit deze definities volgen enkele belangrijke rekenregels:

Bij het rekenen met breuken zijn er enkele foutieve operaties die voor leerlingen soms erg aanlokkelijk zijn. Doe jezelf (en je leerkracht...) een plezier en overtuig jezelf dat de volgende uitdrukkingen verkeerd zijn.